vrijdag 8 november 2013

Zee van zand

En dan de zandduinen. Zomaar ineens, ergens tussen het opvliegende zand, op stappen afstand van het kamp. We drinken even wat en dan staan we te popelen; we willen de duinen op. De zonsondergang zien. Foto's maken. We pakken onze rugzak in, nemen zoveel mogelijk sjaaltjes mee ter bescherming en daar gaan we. Op onze Teva's ja.


We lopen door een soort dalletje en bedenken alleen maar: omhoog! We willen omhoog. We hebben gekeken en onze zinnen gezet op het hoogste duin. Het zand is zacht. Onze voeten worden gestreeld...en zakken regelmatig weg. Het valt nog niet mee. Het hoge duin is een flinke klim. Als we halverwege zijn, zien we twee mensen bovenop het duin. Ze zwaaien vriendelijk. Wij zwaaien vriendelijk terug. Het zand striemt in ons gezicht. Op het zwaarste stuk zorgt praten al voor een hap zand.
"Het dondert me niet wie bovenop die berg zit, als hij me maar een handje helpt!"
En de handen komen. Vier handen Chef en Abder helpen ons de laatste halve meter. Breed grijnzend. We gaan zitten, zakken eerst nog weg, maken een grap en dan ineens worden we heel stil. Wauw. Wauw....
golven van zand zover we kunnen kijken. Wauw.

Daar zitten we dan. Zand striemt over ieder stukje huid dat het kan vinden. Mijn hoofd is ingepakt. Een grote bril beschermt mijn ogen. Ik maak sprakeloos mijn foto's terwijl ik mijn camera bescherm met een sjaal. Ik wil vastleggen hoe het zand voortgejaagd wordt. Hoe het landschap verandert terwijl ik daar zit. Hoe de zee van zand golft en er kleine schuimkopjes ontstaan die jagen over het zand en alles dat ze tegenkomen. Mijn benen worden ingegraven. Het zand onder mijn kont beweegt. En eigenlijk weet ik wel dat ik dit onmogelijk vangen kan op een foto. Mijn camera weigert dienst en ik besluit dat het me niet waard is om de boel de vernieling in te laten gaan. Ik pak 'm goed in en leg 'm weg. Zing ons woestijnlied. Maak met mijn telefoon nog wat snapshots  en dan ineens overvalt de stilte me. Allemaal kijken we stil voor ons uit. Wauw. In een totaal vreemde wereld zitten we allemaal even in onze eigen wereld. De wind raast, het zand streelt, striemt ook. Duinen van zand, zo ver we kunnen kijken. Ik denk aan mijn lieffie, aan de mensen van wie ik hou. Aan mijn leven, zo drastisch veranderd.   "Daar zitten we dan", we praten niet hard. "Ja, daar zitten we dan. Counting my blessings, en het zijn er zo veel." Wauw. Ik veeg een traan weg. Zand in mijn oog. Wat een moment.






Op de plek waar we zitten, schijn je de mooiste zonsondergang ter wereld te kunnen zien. Maar ja, als het stormt is er bewolking en als er bewolking is, is er geen zonsondergang. We dalen samen af, wat later dan de mannen. Ik wil het proberen, hoe vaak heb ik de kans? En ja hoor, daar ga ik, op m'n -tegenwoordig bescheiden- kont van het zandduin af. We lachen. Komen terug op de wereld. Zanderig. Overal zand. Hoofden vol foto's. Vol gedachten. Als we 'klagen' bij de jongen van het kamp over het gebrek aan zon, zegt hij luchtig dat je in de woestijn altijd een tweede kans hebt." Zijn lach is betoverend. Ja, de zon komt natuurlijk ook weer op.

Die avond maken de Marokkaanse mensen muziek. Als act of omdat ze het leuk vinden Wij doen mee en introduceren ons woestijnlied bij de Franse toeristen. Merken hoe we dichter bij de Marokkaanse mannen staan dan bij de Franse toeristen. Hebben sowieso een fijne avond bij het kampvuur. Drinken water en thee. Normaal zou de alcohol vloeien, maar dat hoort hier niet. Water en thee, of  "Berber Whiskey", zoals ze dat hier noemen.

Het is nog pikdonker als de wekker gaat. Norah Jones zingt "Sunrise, sunrise". We schieten onze zanderige kleren aan, pakken de camera's en een zaklamp en gaan de zandduinen in. De leegte overvalt me. Geen dierengeluiden, geen leven om ons heen. We klimmen een klein stukje een duin op en laten ons zakken in het zand. Wachten op de zon. Camera werkt weer. Draait overuren. Het zwarte moment. Het blauwe moment als de zon achter de horizon al schijnt en dan, dan komt de zon op.




We schrikken van het dierengeluid. De kameel blijkt de haan van de woestijn. We schrikken een moment, lachen om onszelf en dan is daar weer die stilte. Ik kijk om me heen en praat nauwelijks. Man, wat is het hier prachtig. Even denk ik aan wat ik ken, maar dan kijk ik weer vol bewondering om me heen. Het is maar goed dat de zandstorm verdwenen is, anders had ik de hele ochtend zand gehapt.


Als we hier vandaan rijden, lijkt het alsof de wereld veranderd is.......

Nog dagen kloppen we zand uit onze kleding.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten